41. wijst op de bestaande ongelijkheid tussen de infrastructurele faciliteiten in de lidstaten voor mensen met een handicap, en benadrukt dat mobiliteit overal binnen de EU gewaarborgd moet worden voor vrouwen en meisjes met een handicap en dat de lidstaat van bestemming de speciale faciliteiten moet bieden waar zij recht op hebben, op dezelfde voorwaarden als andere personen met een handicap;
41. weist auf die bestehenden Ungleichheiten der Infrastruktureinrichtungen für Menschen mit Behinderungen in den Mitgliedstaaten hin und betont, dass freie Mobilität für Frauen und Mädchen mit Behinderungen überall in der EU garantiert sein muss, und dass Aufnahmemitgliedstaaten besondere Einrichtungen für solche Frauen bereitstellen müssen, auf die sie den gleichen Anspruch wie andere Menschen mit Behinderungen haben;