14. wijst
erop dat de meeste lidstaten nationale minimuminkomensregelingen hebbe
n, maar sommige nog niet; moedigt de lidstaten aan om dergelijke regelingen in het leven te roepen om sociale insluiting te bevorderen en dringt aan op het uitwisselen van goede praktijken; erkent dat wanneer sociale bijst
and als voorziening bestaat, de lidstaten de plicht hebben om ervoor te zorgen dat burgers hun recht op uitkering kennen en begrijp
...[+++]en en dit recht kunnen opeisen;
14. weist darauf hin, dass in den meisten, jedoch nicht in allen Mitgliedstaaten nationale Mindestlohnregelungen gelten; hält die Mitgliedstaaten dazu an, derartige Regelungen anzuwenden, um die soziale Einbeziehung zu fördern, und fordert sie nachdrücklich zum Austausch bewährter Vorgehensweisen auf; erkennt an, dass dort, wo Sozialhilfe angeboten wird, die Mitgliedstaaten sicherzustellen haben, dass die Bürgerinnen und Bürger ihre Ansprüche kennen und sie auch wahrnehmen können;