Het middel voert een schending aan van de in artikel 23 besloten standstill-verplichting zonder te preciseren hoe de bestreden bepaling een aanzienlijke achteruitgang zou betekenen in de bescherming van de bij die bepaling gewaarborgde rechten, zodat de precisie vereist bij artikel 6 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof ontbreekt om het Hof in staat te stellen daarover te oordelen.
Im Klagegrund wird ein Verstoß gegen die in Artikel 23 enthaltene Stillhalteverpflichtung angeführt, ohne zu präzisieren, wie die angefochtene Bestimmung einen erheblichen Rückschritt im Schutz der durch diese Bestimmung gewährleisteten Rechte bedeuten könnte, sodass die durch Artikel 6 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Verfassungsgerichtshof vorgeschriebene Präzision fehlt, um es dem Gerichtshof zu ermöglichen, darüber zu urteilen.