Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "bestreden wet beoogde overlegprocedure " (Nederlands → Duits) :

Bovendien, hoewel het juist is dat de wetgever, met het aannemen van de in artikel 2 van de bestreden wet beoogde overlegprocedure, een cumulatie van de administratieve en strafrechtelijke onderzoeken trachtte te voorkomen, moest een dergelijk doel, zoals in B.2.3 is uiteengezet, worden verzoend met andere vereisten waarmee de wetgever eveneens rekening heeft gehouden, zoals het subsidiariteitsbeginsel - krachtens hetwelk het in de regel aan de belastingadministratie staat om de onderzoeken aan te vatten, zelfs ten aanzien van feiten die als fiscale fraude kunnen worden gekwalificeerd - en de wil om het openbaar ministerie de mogelijkhei ...[+++]

Überdies, auch wenn es zutrifft, dass der Gesetzgeber durch die Annahme des in Artikel 2 des angefochtenen Gesetzes vorgesehen Verfahrens der Konzertierung bemüht war, eine gleichzeitige Ausübung von administrativen und strafrechtlichen Untersuchungen zu vermeiden, musste ein solches Ziel, wie in B.2.3 dargelegt wurde, mit anderen Zwängen in Einklang gebracht werden, die ebenfalls durch den Gesetzgeber berücksichtigt werden, wie der Subsidiaritätsgrundsatz - aufgrund dessen es in der Regel der Steuerverwaltung obliegt, selbst Untersuchungen in Bezug auf Sachverhalte einzuleiten, die als Steuerhinterziehung eingestuft werden können - und ...[+++]


Om analoge redenen dient te worden besloten dat de artikelen 15 en 16 van de bestreden wet de in het middel beoogde bepalingen niet schenden in zoverre zij voorzien in een identieke behandeling van mannen en vrouwen.

Aus analogen Gründen ist zu schlussfolgern, dass die Artikel 15 und 16 des angefochtenen Gesetzes nicht gegen die im Klagegrund angeführten Bestimmungen verstoßen, insofern sie eine identische Behandlung von Männern und Frauen vorsehen.


De door de verzoekende partijen aangeklaagde verschillen in behandeling berusten op het criterium van de aard van de persoon van de schuldenaar aangezien enkel de eigendommen van de schuldenaars die buitenlandse mogendheden, deelgebieden ervan, een van de geledingen ervan, een van de territoriaal gedecentraliseerde besturen ervan of een van de politieke opdelingen ervan zijn, in de bestreden wet worden beoogd.

Die durch die klagenden Parteien bemängelten Behandlungsunterschiede beruhen auf dem Kriterium der Beschaffenheit der Person des Schuldners, weil nur die Güter von Schuldnern, die fremde Mächte, föderierte Teilgebiete davon, eine ihrer Abspaltungen, eine ihrer dezentralisierten Gebietskörperschaften oder ihrer politischen Gliederungen sind, vom angefochtenen Gesetz betroffen sind.


Zoals de Ministerraad opmerkt, beogen de artikelen 3, 4 en 14 van de bestreden wet immers de situatie waarin strafvervolgingen plaatshebben na het opleggen van een administratieve sanctie, namelijk precies de hypothese waarin een cumulatie van de fiscale en strafrechtelijke onderzoeken mogelijk was, ongeacht of het in artikel 2 van de bestreden wet beoogde overleg niet heeft plaatsgehad dan wel, indien dat overleg heeft plaatsgehad, het niet mogelijk heeft gemaakt de repressieve weg te bepalen die diende te worden gevolgd.

Wie der Ministerrat bemerkt, betreffen die Artikel 3, 4 und 14 des angefochtenen Gesetzes nämlich die Situation, in der eine Strafverfolgung nach der Auferlegung einer Verwaltungssanktion erfolgt, das heißt genau der Fall, in dem gegebenenfalls gleichzeitig steuerrechtliche und strafrechtliche Untersuchungen stattgefunden haben, ungeachtet dessen, ob die in Artikel 2 des angefochtenen Gesetzes vorgesehene Konzertierung stattgefunden hat, oder, wenn sie stattgefunden hat, es nicht ermöglicht hat, den repressiven Weg zu bestimmen, der e ...[+++]


Uit de in B.1.2 aangehaalde memorie van toelichting bij de bestreden wet blijkt dat de wetgever met de bestreden hervorming het systeem van de rolrechten heeft willen vereenvoudigen, de rechtzoekende heeft willen responsabiliseren, een budgettair oogmerk heeft beoogd en « de rolrechten in verhouding [heeft willen] brengen met de werkingskosten van de rechtspraak » (Parl. St., Kamer, 2014-2015, DOC 54-0906/001, p. 5).

Aus der in B.1.2 angeführten Begründung des angefochtenen Gesetzes geht hervor, dass der Gesetzgeber mit der angefochtenen Reform das System der Eintragungsgebühren vereinfachen, die Rechtsuchenden zur Verantwortung ziehen, Haushaltseinsparungen verwirklichen und « die Eintragungsgebühren in ein Verhältnis zu den Funktionskosten der Rechtsprechung [bringen] » wollte (Parl. Dok., Kammer, 2014-2015, DOC 54-0906/001, S. 5).


De verzoekende partijen leiden een enig middel af uit de schending van de artikelen 10, 11, 22 en 29 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre de wetgever zich op onevenredige wijze zou hebben gemengd in het recht op de eerbiediging van het privéleven van de verkrijgers van de bij artikel 28 van de bestreden wet beoogde roerende inkomsten.

Die klagenden Parteien leiten einen einzigen Klagegrund aus einem Verstoss gegen die Artikel 10, 11, 22 und 29 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention ab, insofern der Gesetzgeber eine unverhältnismässige Einmischung in das Recht auf Achtung des Privatlebens der Empfänger der in Artikel 28 des angefochtenen Gesetzes erwähnten Einkünfte aus beweglichen Gütern vorgenommen habe.


Daarentegen bekritiseren de verzoekende partijen niet de eerste twee punten van artikel 114/1, eerste lid, van de wet van 23 juli 1926, ingevoegd bij de bestreden bepaling, in zoverre zij de aangenomen vakorganisaties uitsluiten van de onderhandelings- en overlegprocedures die respectievelijk in de artikelen 75 en 76 van de wet van 23 juli 1926 worden beoogd.

Die klagenden Parteien bemängeln hingegen nicht die ersten zwei Nummern von Artikel 114/1 Absatz 1 des Gesetzes vom 23. Juli 1926, eingefügt durch die angefochtene Bestimmung, insofern dadurch die angenommenen Gewerkschaftsorganisationen von den Verhandlungs- und Konzertierungsverfahren im Sinne der Artikel 75 und 76 des Gesetzes vom 23. Juli 1926 ausgeschlossen würden.


Daarentegen bekritiseren de verzoekende partijen niet de eerste twee punten van artikel 114/1, eerste lid, van de wet van 23 juli 1926, ingevoegd bij de bestreden bepaling, in zoverre zij de aangenomen vakorganisaties uitsluiten van de onderhandelings- en overlegprocedures die respectievelijk in de artikelen 75 en 76 van de wet van 23 juli 1926 worden beoogd.

Die klagenden Parteien bemängeln hingegen nicht die ersten zwei Nummern von Artikel 114/1 Absatz 1 des Gesetzes vom 23. Juli 1926, eingefügt durch die angefochtene Bestimmung, insofern dadurch die angenommenen Gewerkschaftsorganisationen von den Verhandlungs- und Konzertierungsverfahren im Sinne der Artikel 75 und 76 des Gesetzes vom 23. Juli 1926 ausgeschlossen würden.


Het enige middel is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet (eerste en tweede onderdeel), in samenhang gelezen met artikel 5 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (tweede onderdeel), doordat de bestreden bepaling van januari 2009 tot februari 2012 een onverantwoord verschil in behandeling zou handhaven tussen de personen met een geestesstoornis naargelang zij onderworpen zijn aan de voormelde wet van 1 juli 1964 tot bescherming van de maatschappij, of aan de voormelde wet van 26 juni 1990 : terwijl de laatstgenoemden in een psychiatrische instelling worden opgenomen op grond van een beslissing v ...[+++]

Der einzige Klagegrund ist abgeleitet aus einem Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung (erster und zweiter Teil) in Verbindung mit Artikel 5 der Europäischen Menschenrechtskonvention (zweiter Teil), da die angefochtene Bestimmung von Januar 2009 bis Februar 2012 einen ungerechtfertigten Behandlungsunterschied aufrechterhalte zwischen Personen mit Geistesstörung, je nachdem, ob sie dem vorerwähnten Gesetz vom 1. Juli 1964 über den Schutz der Gesellschaft oder dem vorerwähnten Gesetz vom 26. Juni 1990 unterlägen; während die Letztgenannten in eine psychiatrische Einrichtung aufgenommen würden aufgrund einer Entscheidung des Friedensrichters, die aufgrund von Artikel 1 § 2 des Gesetzes vom 26. Juni 1990 getroffen worden sei, blie ...[+++]


Doordat de verzoekende partijen aanvoeren dat de in de artikelen 3 en 4 van de bestreden wet beoogde personen niet over hun vrije wil beschikken op het ogenblik van hun verzoek, en daarbij redeneren alsof zij veronderstellen dat diegene die niet langer wil leven noodzakelijkerwijze niet meer in staat is te oordelen, houden zij op geen enkele manier rekening met de talrijke waarborgen vervat in de bepalingen van de bestreden wet teneinde te garanderen dat de persoon die zijn wil uitdrukt onder de voorwaarden van de artikelen 3 en 4 zulks in volle vrijheid doet.

Indem die klagenden Parteien anführen, die in den Artikeln 3 und 4 des angefochtenen Gesetzes genannten Personen verfügten zum Zeitpunkt ihres Wunsches nicht über ihren freien Willen, argumentieren sie so, als würden sie voraussetzen, dass jeder, der nicht mehr weiterleben wolle, notwendigerweise urteilsunfähig sei, und sie berücksichtigen nicht die zahlreichen Garantien, die in den Bestimmungen des angefochtenen Gesetzes festgelegt sind, um zu gewährleisten, dass eine Person, die ihren Willen unter den Bedingungen der Artikel 3 und 4 ausdrückt, dies in absoluter Freiheit tut.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'bestreden wet beoogde overlegprocedure' ->

Date index: 2021-09-18
w