Bovendien heeft, zoals werd beklemtoond tijdens de parlementaire voorbereiding (Parl. St., Kamer, 1997-1998, nr. 1341/23, p. 2), het kwalificeren van de eerste fase van de bezwaarprocedure als een administratief beroep tot gevolg dat de uitdrukkelijke motiveringsplicht, waarin de wet van 29 juli 1991 voorziet, en
de openbaarheid van bestuur, waarin de wet van 11 april 1994 voorziet, alsmede de inachtneming van de beginselen van behoorlijk bestuur, met inbegrip van het beginsel van de onpartijdigheid, in zoverre de aard zelf en in het bijzonder de structuur van
het actiev ...[+++]e bestuur zulks mogelijk maken, van toepassing zijn.
Überdies hat, so wie dies bei den Vorarbeiten hervorgehoben wurde (Parl. Dok., Kammer, 1997-1998, Nr. 1341/23, S. 2), die Einstufung der ersten Phase des Beschwerdeverfahrens als Verwaltungsbeschwerde zur Folge, dass die im Gesetz vom 29. Juli 1991 vorgesehene ausdrückliche Begründungspflicht, die im Gesetz vom 11. April 1994 vorgesehene Öffentlichkeit der Verwaltung sowie die Einhaltung der Grundsätze der ordnungsmässigen Verwaltung, einschliesslich des Grundsatzes der Unparteilichkeit, insofern die Beschaffenheit und insbesondere die Struktur der aktiven Verwaltung dies ermöglichen, Anwendung finden.