Het moet mogelijk zijn op een recht stuk weg te rijden zonder dat de berijder of bestuurder grote stuurcorrecties moet uitvoeren en zonder dat hierbij in de stuurinrichting ongewone trillingen optreden bij een snelheid van 160 km/h voor voertuigen met een maximumontwerpsnelheid van ≥ 200 km/h, 0,8 × Vmax voor voertuigen met een maximumontwerpsnelheid van 2.7.
Das Fahrzeug muss auf einem geraden Straßenabschnitt ohne ungewöhnliche Lenkkorrekturen durch den Fahrzeugführer und ohne ungewöhnliche Vibration in der Lenkanlage bei folgenden Fahrgeschwindigkeiten gefahren werden können: 160 km/h bei Fahrzeugen mit einer bauartbedingten Höchstgeschwindigkeit von ≥ 200 km/h, mit 0,8 × Vmax bei Fahrzeugen mit einer bauartbedingten Höchstgeschwindigkeit von 2.7.