24. herinnert eraan dat van de onderlinge maatschappijen verwacht wordt dat zij samen met de privésector een rol spelen bij de aanpak van deze uitdagingen en dat zij daarom binnen de Unie moeten kunnen opereren onder gelijke concurrentievoorwaarden als die welke voor andere ondernemingsvormen gelden; benadrukt dat reeds bestaande Europese statuten, zoals de Europese Coöperatieve Vennootschap (SCE) of de Europese Vennootschap (SE), niet geschikt zijn voor onderlinge maatschappijen vanwege de verschillen in hun bestuursmodellen;
24. weist darauf hin, dass die Gegenseitigkeitsgesellschaften bei diesen Herausforderungen an der Seite des Privatsektors eine Rolle zu spielen haben und sie deshalb in der Lage sein müssen, innerhalb der Union unter den gleichen Wettbewerbsbedingungen, wie sie für die übrigen Gesellschaftsformen gelten, tätig zu sein; betont, dass die vorhandenen europäischen Statute, wie das Statut der Europäischen Genossenschaft (SCE) und der Europäischen Gesellschaft (SE), für Gesellschaften auf Gegenseitigkeit aufgrund der unterschiedlichen Steuerungsmodelle nicht geeignet sind;