- aan de werknemer die op bestendige wijze als handelsvertegenwoordiger is tewerkgesteld, waarvan de arbeidsovereenkomst na één jaar anciënniteit wordt beëindigd door de werkgever zonder dringende reden of door hemzelf om een dringende reden, en die aan zijn werkgever cliënteel heeft aangebracht dat hij na zijn dienstbetrekking tegen zijn wil in niet meer kan valoriseren en die hierdoor nadeel lijdt, het recht op een uitwinningsvergoeding wordt toegekend en aan diens werkgever de verplichting wordt opgelegd om een dergelijke vergoeding te betalen;
- dem Arbeitnehmer, der auf beständige Weise als Handelsvertreter eingestellt worden ist, dessen Arbeitsvertrag nach einer einjährigen Beschäftigung vom Arbeitgeber ohne schwerwiegenden Grund oder von ihm selbst aus schwerwiegendem Grund beendet wird und der für seinen Arbeitgeber neue Kunden geworben hat, die er nach Beendigung seines Arbeitsverhältnisses gegen seinen Willen nicht mehr in Wert setzen kann und dadurch einen Nachteil erleidet, das Recht auf eine Ausgleichsabfindung gewährt wird, wobei seinem Arbeitgeber die Verpflichtung auferlegt wird, eine solche Abfindung zu zahlen;