Het resterende derde deel is tot op dit moment betaald uit de secretariaatsvergoeding van de leden, ondanks het feit dat de Rekenkamer al in 1999 opmerkingen heeft gemaakt over deze constructie en meende dat de betalingen geheel privé zouden moeten gebeuren, om klachten te voorkomen dat “openbare middelen worden gebruikt om de kosten van particuliere pensioenbijdragen te dekken”.
Das restliche Drittel wurde bisher aus der Sekretariatszulage der Abgeordneten bezahlt, obwohl der Europäische Rechnungshof diese Regelung bereits 1999 kritisiert hat und der Ansicht war, dass die Zahlungen voll und ganz privat erfolgen müssten, um Anschuldigungen über die „Verwendung öffentlicher Mittel für private Pensionsversicherungen“ zu vermeiden.