Dient artikel 19, lid 4, van verordening (EG) nr. 1393/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 13 nove
mber 2007 inzake de betekening en de kennisgeving in de
lidstaten van gerechtelijke en
buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken („
de betekening en de kennisgeving van stukken”), en tot intrekking van verordening (EG) nr.
...[+++]1348/2000 van de Raad (2) aldus te worden uitgelegd dat het de toepassing uitsluit van de bepalingen van nationaal recht inzake de mogelijkheid om een nieuwe termijn toe te staan waarbinnen het rechtsmiddel alsnog kan worden aangewend, dan wel in die zin dat de verweerder de keuze heeft om ofwel een verzoek in de zin van die bepaling in te dienen ofwel gebruik te maken van het in het nationale recht voorziene passende rechtsinstituut?Ist Art. 19 Abs. 4 der Verordnung (EG) Nr. 1393/2007 des Europäischen Parlaments und des Rates vom 13. November 2007 über die Zustellung gerichtlicher und außergerichtlicher Schriftstücke in Zivil- oder H
andelssachen in den Mitgliedstaaten („Zustellung von Schriftstücken“) und zur Aufhebung der Verordnung (EG) Nr. 1348/2000 des Rates (2) dahin auszulegen, dass er die Anwendung der Bestimmungen des nationalen Rechts über die Wiedereinsetzung in den vorigen Stand in Bezug auf die Rechtsmittelfrist ausschließt, oder dahin, dass der Beklagte die Wahl hat, entweder den Antrag nach d
ieser Bestimmung zu ...[+++]stellen oder das entsprechende Rechtsinstitut des nationalen Rechts zu nutzen?