Het additionaliteitsbeginsel vormt één van de vier grondbeginselen van de Structuurfondsen; de regels voor de verificatie van de additionaliteit die door de nieuwe verordening voor de programmeringsperiode 2000-2006 worden ingevoerd, zijn eenvoudiger, concreter en gemakkelijker uitvoerbaar, beter in de programmering, het toezicht en de evaluatie geïntegreerd en beter aangepast aan de beschikbare budgettaire en statistische informatie.
Das Zusätzlichkeitsprinzip ist einer der vier wesentlichen Grundsätze für die Strukturfondstätigkeiten; die durch die neue Verordnung für den Programmplanungszeitraum 2000-2006 eingeführten Verfahren für seine Überprüfung sind einfacher, konkreter und leichter anzuwenden, stärker in die Programmplanung, Begleitung und Bewertung eingebunden und den verfügbaren Haushaltsangaben und statistischen Angaben besser angepaßt.