Overwegende dat voor een uniforme regeling bij invoer in de Gemeenschap van goederen , vallende onder Verordening ( EEG ) nr . 1059/69 van de Raad van 28 mei 1969 tot vaststelling van de regeling voor het handelsverkeer van bepaalde goederen verkregen door verwerking van landbouwprodukten ( 2 ) , de analysemethodes en de andere technische bepalingen moeten worden vastgesteld voor de identificatie of voor de bepaling van de samenstelling van sommige van deze goederen ; dat overeenkomstig artikel 4 , lid 2 , van genoemde verordening de betreffende methodes inzake analyse en de andere technische bepalingen moeten worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 3 , leden 2 en 3 , van Verordening ( EEG ) nr . 97/69 ;
UM EINE GLEICHFÖRMIGE BEHANDLUNG BEI DER EINFUHR IN DIE GEMEINSCHAFT VON WAREN, AUF WELCHE DIE VERORDNUNG ( EWG ) NR . 1059/69 DES RATES VOM 28 . MAI 1969 ZUR FESTLEGUNG DER HANDELSREGELUNG FÜR BESTIMMTE, AUS LANDWIRTSCHAFTLICHEN ERZEUGNISSEN HERGESTELLTE WAREN ( 2 ) ANWENDBAR IST, SICHERZUSTELLEN, IST ES ERFORDERLICH, DIE ANALYSEMETHODEN UND DIE ANDEREN NOTWENDIGEN TECHNISCHEN BESTIMMUNGEN BEZUEGLICH IHRER ERKENNUNGSMERKMALE ODER IHRER ZUSAMMENSETZUNG FESTZULEGEN . GEMÄSS ARTIKEL 4 ABSATZ 2 DIESER VERORDNUNG MÜSSEN DIE ANALYSEMETHODEN UND DIE ANDEREN DIESBEZUEGLICHEN TECHNISCHEN BESTIMMUNGEN GEMÄSS DEM IN ARTIKEL 3 ABSÄTZE 2 UND 3 DER VERORDNUNG ( EWG ) NR . 97/69 VORGESEHENEN VERFAHREN FESTGELEGT WERDEN .