F. erop wijzend dat de houding van de Laotiaanse autoriteiten, niet alleen tegenover een lid van het Europees Parlement en vier andere leden van de transnationale Radicale Partij, maar ook wat betreft de arrestatie en de verdwijning van de vijf leiders van de Beweging van 26 oktober 1999, duidelijk een zeer ernstige schending van de in de Universele Verklaring van de rechten van de mens vastgelegde democratische beginselen inhoudt en derhalve moet worden bestempeld als het niet nakomen van het samenwerkingsakkoord tussen de Gemeenschap en Laos,
F. unter Hinweis darauf, dass das Verhalten der laotischen Behörden, nicht nur gegenüber einem europäischen Abgeordneten und vier anderen Mitgliedern der Transnationalen Radikalen Partei, sondern auch, was die Verhaftung und das Verschwinden der fünf Führer der "Bewegung des 26. Oktober 1999“ anbelangt, zweifellos eine sehr schwerwiegende Verletzung der in der Allgemeinen Erklärung der Menschenrechte festgelegten demokratischen Grundsätze darstellt und daher als Nichteinhaltung des Kooperationsabkommens zwischen der Gemeinschaft und Laos zu betrachten ist,