De algemene opzet van het compromis was als volgt: ten opzichte van de oude lidstaten zou de korting als voorheen, precies zoals voorheen, zijn blijven bestaan, maar het Verenigd Koninkrijk zou alleen het cohesiebeleid in de nieuwe lidstaten gewoon hebben meegefinancierd, zonder bij te dragen aan de kosten van het gemeenschappelijk landbouwbeleid voor wat betreft diezelfde landen.
Die Grundzüge des Kompromisses bestanden in Folgendem: der Rabatt hätte weiterhin wie zuvor, genau wie zuvor, gegenüber den 15 alten Mitgliedstaaten bestanden, aber das Vereinigte Königreich hätte die Kohäsionspolitik in normaler Form lediglich in den neuen Mitgliedstaaten mitfinanziert und hätte sich nicht an den Kosten der Gemeinsamen Agrarpolitik für diese Staaten beteiligt.