Dit houdt in dat voor wat betreft de arbeidsbetrekkingen, de aanvullende regelingen voor sociale zekerheid en het lidmaatschap van professionele organisaties, voor publieke en particuliere organisaties waarvan de grondslag op geloof of levensbeschouwing is gebaseerd, een onderscheid op grond van geloof of levensbeschouwing als gerechtvaardigd dient te worden beschouwd wanneer het noodzakelijk is gelet op de context, zijnde het identiteitsgebonden karakter van de organisatie, en op de aard van de beroepsactiviteit.
Dies bedeutet, dass in Bezug auf die Arbeitsbeziehungen, die ergänzenden Regelungen der sozialen Sicherheit und die Mitgliedschaft in Berufsorganisationen, in Bezug auf öffentliche und private Organisationen, deren Grundlage auf dem Glauben oder der Weltanschauung beruht, ein Unterschied aufgrund des Glaubens oder der Weltanschauung als gerechtfertigt anzusehen ist, wenn er notwendig ist angesichts des Kontextes, das heisst der identitätsbezogenen Beschaffenheit der Organisation, und der Beschaffenheit der Berufstätigkeit.