De bevoegdheden die in het Verdrag zijn toegekend aan de Raad, de Commissie en de Europese Centrale Bank (ECB) impliceren: dat
de ECB moet worden betrokken bij besprekingen over het monetaire beleid en buitenlandse wisselkoersoperaties in internationale fora (artikel 105); dat wanneer het economisch beleid aan de orde komt, de vertegenwoordiging in overeenstemming moet zijn met de verplichting die rust op de lidstaten om hun economisch beleid te
beschouwen als een aangelegenheid van gemeenschappelijk belang en het te coördineren in
...[+++] het kader van de Raad; dat de Raad en de Commissie een actieve rol dienen te spelen bij het formuleren van de jaarlijkse globale richtsnoeren voor het economisch beleid en het toezicht op de tenuitvoerlegging ervan (artikel 103) en bij het toezicht op het begrotingsbeleid van de lidstaten (artikel 104 C); dat de noodzaak om de Raad, de Commissie en de ECB te betrekken bij de vertegenwoordiging van de Gemeenschap in internationale fora ook voortvloeit uit het initiatiefrecht van de Commissie en de ECB om bij de Raad voorstellen in te dienen voor formele overeenkomsten betreffende het wisselkoersbeleid of voor algemene oriëntaties voor het wisselkoersbeleid voor de euro ten opzichte van niet-Gemeenschapsvaluta's (artikel 109).Die sich aus dem EG-Vertrag und dem EU-Vertrag ergebenden Zuständigkeiten von Rat, Kommission und Europäischer Zentralbank (EZB) implizieren folgendes: Die EZB ist zu beteiligen, wenn auf internationaler Ebene Fragen erörtert werden, die die Geldpolitik u
nd Devisengeschäfte betreffen (Artikel 105); kommen wirtschaftspolitische Fragen zur Sprache, so hat die Vertretung der Gemeinschaft dem Umstand zu entsprechen, daß die Mitgliedstaaten ihre Wir
tschaftspolitik als Angelegenheit von gemeinsamem Interesse zu betrachten und sie im Rat
...[+++]zu koordinieren haben; Rat und Kommission wirken aktiv an der Erstellung der Grundzüge der Wirtschaftspolitik und an der Überwachung ihrer Umsetzung (Artikel 103) sowie der Haushaltspolitik der Mitgliedstaaten (Artikel 104 c) mit; daß Rat, Kommission und EZB an der Vertretung der Gemeinschaft auf internationaler Ebene zu beteiligen sind, folgt auch daraus, daß Kommission und EZB in bezug auf die Konzipierung förmlicher wechselkurspolitischer Vereinbarungen des Rates sowie allgemeiner Orientierungen für die Wechselkurspolitik der Euro-Zone gegenüber Drittlandswährungen (Artikel 109) das Initiativrecht besitzen.