Artikel 2, § 3, van de wet van 30 november 1998 bepaalt dat het diensthoofd op verzoek van iedere natuurlijke persoon met een wettelijk belang de betrokken persoon schriftelijk meedeelt dat die laatste het voorwerp heeft uitgemaakt van een methode bedoeld in artikel 18/2, §§ 1 en 2, van de wet van 30 november 1998.
Artikel 2 § 3 des Gesetzes vom 30. November 1998 bestimmt, dass der Dienstleiter auf Antrag einer jeder natürlichen Person mit einem rechtmässigen Interesse der betroffenen Person schriftlich darüber informiert, dass diese Gegenstand einer Methode im Sinne von Artikel 18/2 §§ 1 und 2 des Gesetzes vom 30. November 1998 gewesen ist.