in voorkomend geval, de individuele referentiehoeveelheid melk waarover de landbouwer beschikte op 31 maart of, indien de betrokken lidstaat besluit gebruik te maken van de bij artikel 44 bis van Verordening (EG) nr. 2342/1999 vastgestelde afwijking, 1 april van het betrokken kalenderjaar; indien deze hoeveelheid niet bekend is op de datum waarop de aanvraag wordt ingediend, wordt zij zo spoedig mogelijk aan de bevoegde autoriteit meegedeeld.
gegebenenfalls die einzelbetriebliche Milchreferenzmenge, die dem Betriebsinhaber am 31. März bzw. im Falle, dass der betreffende Mitgliedstaat von der Abweichung nach Artikel 44a der Verordnung (EG) Nr. 2342/1999 Gebrauch macht, am 1. April des betreffenden Kalenderjahres zur Verfügung stand; ist diese Menge zum Zeitpunkt der Antragstellung noch nicht bekannt, so wird sie der zuständigen Behörde so bald wie möglich mitgeteilt.