1. Wanneer een lidstaat het oneens is met de door een andere lidstaat op grond van artikel 14, lid 6 genomen maatregelen, of wanneer de Commissie een dergelijke maatregel als onverenigbaar met de Gemeenschapswetgeving beschouwt, raadpleegt de Commissie onverwijld alle betrokken partijen, beoordeelt zij de maatregel en bepaalt zij haar standpunt over de vraag of de maatregel al dan niet is gerechtvaardigd.
(1) Ist ein Mitgliedstaat mit Maßnahmen, die ein anderer Mitgliedstaat gemäß Artikel 14 Absatz 6 ergriffen hat, nicht einverstanden oder ist die Kommission der Auffassung, dass diese Maßnahme dem Gemeinschaftsrecht zuwiderlaufen, so konsultiert die Kommission unverzüglich alle beteiligten Parteien, bewertet die Maßnahmen und stellt fest, ob die Maßnahmen gerechtfertigt sind oder nicht.