De inrichtende machten, in voorkomend geval op voordracht en na beslissing van de klassenraden of de gelijkgestelde organen, zijn bevoegd om aan de leerlingen de van rechtswege geldende studiebewijzen toe te kennen voor zover hun onderwijsinstellingen en het betrokken onderdeel voldoen aan de voorwaarden vermeld in artikel 6, 6bis, 6ter en 24, § 2, 1°, 2°, 3°, 4°, 6°, 7°, 8°, 9° en 10°.
Die Organisationsträger sind, gegebenenfalls auf Vorschlag und nach einem Beschluss der Klassenräte oder der ihnen gleichgestellten Gremien, befugt, den Schülern die rechtsgültigen Zeugnisse auszustellen, insofern ihre Unterrichtsanstalten und die betreffende Abteilung die in den Artikeln 6, 6bis, 6ter und 24 § 2 1°, 2°, 3°, 4°, 6°, 7°, 8°, 9° und 10° angeführten Bedingungen erfüllen.