2. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de bevoegde autoriteiten die een op redelijke gronden gebaseerde aanwijzing hebben dat iemand het slachtoffer zou kunnen zijn geworden van een van de in de artikelen 2 en 3 bedoelde strafbare feiten, de betrokkene terstond bijstand en ondersteuning verlenen.
(2) Die Mitgliedstaaten treffen die erforderlichen Maßnahmen, um sicherzustellen, dass eine Person Unterstützung und Betreuung erhält, sobald den zuständigen Behörden berechtigte Gründe für die Annahme vorliegen, dass gegen diese Person eine der Straftaten gemäß Artikel 2 und 3 verübt worden sein könnte.