13. is van mening dat een vrijwillig of regionaal beperkt afzien van de aanplant van GGO's in bepaalde gebieden en onder bepaalde verbouwvoorwaarden de meest doeltreffende en goedkoopste maatregel voor de waarborging van de co-existentie kan zijn die de lidstaten bij de omzetting van artikel 26 bis van richtlijn 2001/18/EG ter beschikking moet staan, op voorwaarde dat alle betrokkenen hiermee instemmen teneinde volledige keuzevrijheid te waarborgen;
13. vertritt die Auffassung, dass ein freiwilliger oder regional begrenzter Verzicht auf den Anbau von GVO in bestimmten Gebieten und unter bestimmten Anbaubedingungen die effektivste und kostengünstigste Maßnahme zur Gewährleistung der Koexistenz sein kann und den Mitgliedstaaten bei der Umsetzung des Artikels 26 a der Richtlinie 2001/18/EG zur Verfügung stehen muss, unter der Bedingung, dass alle beteiligten Akteure einverstanden sind, um auf diese Weise eine vollständige Wahlfreiheit zu gewährleisten;