Bij twee arresten van 19 december 1967 oordeelde het Hof van Cassatie dat artikel 35, § 1, tweede lid, van de wetten betreffende de inkomstenbelastingen, gecoördineerd bij het besluit van de Regent van 15 januari 1948, dat een bepaling bevatte die vergelijkbaar is met het in het geding zijnde artikel 171, 5°, a), van het WIB 1992, « noodzakelijk van toepassing [was] op de vergoedingen die aan beheerders van vennootschappen op aandelen betaald [...] zijn » (Cass., 19 december 1967, Arr. Cass., 1968, p. 582).
Durch zwei Entscheide vom 19. Dezember 1967 hat der Kassationshof geurteilt, dass Artikel 35 § 1 Absatz 2 der durch den Erlass des Regenten vom 15. Januar 1948 koordinierten Gesetze über die Einkommensteuern, der eine ähnliche Bestimmung enthielt wie der fragliche Artikel 171 Nr. 5 Buchstabe a) des EStGB 1992, « notwendigerweise auf die Kündigungsentschädigungen, die Verwaltern von Aktiengesellschaften gezahlt werden, anwendbar » war (Kass., 19. Dezember 1967, Pas., 1968, I, S. 541).