De bedoeling van de Belgische wetgever om het risico van bedrog en heimelijke verstandhouding te voorkomen wordt op het Europ
ese niveau trouwens bevestigd, aangezien dezelfde richtlijn van de Raad van 30 december 1983 voorziet in dezelfde mogelijkheid van uitsluiting van de vergoeding van de materiële schade door het tussenkomend orgaan (Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds) ingeval het ongeval is veroorzaakt door een niet-verzekerd of niet-geïdentificeerd voertuig, met een uitdrukkelijke verwijzing naar de mogelijkheid van bedrog (zie
richtlijn van de Ra ...[+++]ad van 30 december 1983, 84/5/EEG, PB L 8 van 11 januari 1984).
Die Absicht des belgischen Gesetzgebers, das Risiko des Betrugs und der Kollusion zu verhindern, werde auf europäischer Ebene übrigens bestätigt, da dieselbe Richtlinie des Rates vom 30. Dezember 1983 die gleiche Möglichkeit des Ausschlusses der Vergütung für Sachschäden durch das intervenierende Organ (Entschädigungsfonds für Schäden aus Kraftfahrzeugunfällen) vorsehe, wenn der Unfall durch ein nichtversichertes oder nichtidentifiziertes Fahrzeug verursacht worden sei, mit einem ausdrücklichen Hinweis auf die Möglichkeit des Betrugs (siehe Richtlinie des Rates vom 30. Dezember 1983, 84/5/EWG, Abl. L 8 vom 11. Januar 1984).