Op de vraag van een lid van de bevoegde commissie van de Kamer van volksvertegenwoordigers over het uitsluiten van de « gewone landbouwers die een zelfstandigenstatuut hebben » van het voordeel van de nieuwe regeling, antwoordde de minister dat « de procedure van gerechtelijk akkoord niet van toepassing zijn op zelfstandige landbouwers omdat zij geen afgescheiden vermogen hebben » (Parl. St., Kamer, 2008-2009, DOC 52-0160/005, p. 157).
Auf die Frage eines Mitglieds des zuständigen Ausschusses der Abgeordnetenkammer zum Ausschluss der « einfachen Landwirte mit einem Statut als Selbständige » vom Vorteil der neuen Regelung antwortete der Minister, « das Verfahren des gerichtlichen Vergleichs [könne] nicht auf selbständige Landwirte angewandt werden, da sie kein getrenntes Vermögen [hätten] » (Parl. Dok., Kammer, 2008-2009, DOC 52-0160/005, S. 157).