In artikel 6 van deze richtlijn staat dat de lidstaten met passende middelen ervoor zorgen dat de audiovisuele mediadiensten die door onder hun bevoegdheid vallende aanbieders van mediadiensten worden aangeboden, niet aanzetten tot haat op grond van ras, geslacht, godsdienst of nationaliteit.
Artikel 6 der Richtlinie sieht vor, dass die Mitgliedstaaten mit angemessenen Mitteln dafür sorgen, dass die audiovisuellen Mediendienste, die von den ihrer Rechtshoheit unterworfenen Mediendiensteanbietern bereitgestellt werden, nicht zu Hass aufgrund von Rasse, Geschlecht, Religion oder Staatsangehörigkeit aufstacheln.