P. overwegende dat bovengenoemde conclusie van het Europees Hof voor de rechten van de mens in bovengenoemde zaak S. en Marper tegen het Verenigd Koninkrijk dat er een "risico van stigmatisering" bestaat doordat in de Britse DNA-databank personen die niet voor een misdrijf zijn veroordeeld, op dezelfde wijze worden behandeld als veroordeelde criminelen, eveneens aanleiding moet zijn tot vragen over het legale karakter van het opstellen van profielen op basis van de verwerking van persoonsgegevens van personen die door de rechtbanken niet schuldig zijn bevonden,
P. in der Erwägung, dass die genannte Schlussfolgerung des Europäischen Gerichtshofs für Menschenrechte in seinem Urteil in der Rechtssache S. und Marper gegen Vereinigtes Königreich, dass die Tatsache, dass nicht wegen einer Straftat verurteilte Personen in der DNA-Datenbank des Vereinigten Königreichs genauso behandelt werden wie verurteilte Straftäter, „die Gefahr der Stigmatisierung“ birgt, auch Fragen zur Rechtmäßigkeit der Erstellung von Personenprofilen auf der Grundlage der Verarbeitung personenbezogener Daten von nicht vor Gericht verurteilten Personen aufwerfen muss,