Overeenkomstig het Europees recht (het Handvest) en het internationaal recht (EVRM en het VN-Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandelingen of bestraffingen, het VN-Verdrag van 1989 inzake de rechten van het kind) waarborgt het voorstel van de Commissie dat bewaring alleen om uitzonderlijke redenen geoorloofd is, altijd in overeenstemming moet zijn met het noodzakelijkheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel en dat elk geval individueel moet worden beoordeeld.
Im Einklang mit dem europäischen Recht (die Charta) und internationalen Instrumenten (die EMRK, das Übereinkommen der Vereinten Nationen gegen Folter und andere grausame, unmenschliche oder erniedrigende Behandlung sowie das Übereinkommen der Vereinten Nationen von 1989 über die Rechte des Kindes) gewährleistet der Vorschlag der Kommission, dass Gewahrsamsmaßnahmen nur in Ausnahmefällen und immer im Einklang mit dem Grundsatz der Notwendigkeit und der Verhältnismäßigkeit genehmigt werden und dass eine Einzelfallprüfung vorausgehen muss.