2. onderstreept dat de beginselen van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en het EVRM en de fundamentele vrijheden, zoals het recht op een waardig leven, het recht op bescherming van het gezinsleven, het recht op gezondheidszorg en het recht om tegen de bewaring daadwerkelijk in beroep te gaan, te allen tijde moeten worden nageleefd ongeacht de rechtspositie van de betrokken burger uit een derde land; acht het derhalve onaanvaardbaar dat een persoon niet dienovereenkomstig wordt behandeld alleen omdat hij een onregelmatig immigrant is;
2. betont, dass die Grundsätze der Charta der Grundrechte der Europäischen Union und der EMRK wie etwa das Recht auf ein Leben in Würde, der Schutz des Familienlebens, der Zugang zur Gesundheitsversorgung und das Recht, einen wirksamen Rechtsbehelf gegen eine Ingewahrsamnahme einzulegen, jederzeit und ungeachtet des Status des betreffenden Drittstaatsangehörigen angewandt werden sollten; akzeptiert deshalb nicht, dass eine Person allein deshalb keine Behandlung in diesem Sinne genießt, weil sie illegal eingewandert ist;