5. CONSTATEERT dat sommige lidstaten geen wettelijk depot voor bewegende beelden kennen en een internationaal of communautair wettelijk kader niet wenselijk achten;
STELLT FEST, daß einige Mitgliedstaaten nicht über ein System der Hinterlegung von Pflichtexemplaren von Filmaufnahmen verfügen und einen international oder gemeinschaftsweit geltenden Rechtsrahmen nicht als wünschenswert betrachten;