De verzoekende partijen beweren ten onrechte dat een dergelijke periodieke controle nutteloos zou zijn, gelet op de andere maatregelen die de wetgever heeft genomen in de artikelen 7, § 2, 11, § 1, tweede lid, 13, 28 en 29 van de bestreden wet.
Die klagenden Parteien behaupten zu Unrecht, dass eine solche regelmässige Kontrolle unnütz sei angesichts der durch den Gesetzgeber in den Artikeln 7 § 2, 11 § 1 Absatz 2, 13, 28 und 29 des angefochtenen Gesetzes vorgesehenen anderen Massnahmen.