de som van de totale nettoblootstelling voortkomende uit bezit van indexinstrumenten, gemeten vóór toepassing van de doorkijkbenadering, en van enig ander bezit van kapitaalinstrumenten dat overeenkomstig artikel 36, lid 1, onder h), van Verordening (EU) nr. 575/2013 wordt afgetrokken, overschrijdt 10 % van de tier 1-kernkapitaalbestanddelen als berekend in artikel 46, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 575/2013 niet.
Die vor einer Prüfung nach dem Transparenzansatz ermittelte Summe des aggregierten Nettorisikos aus Indexpositionen und etwaiger anderer gemäß Artikel 36 Absatz 1 Buchstabe h der Verordnung (EU) Nr. 575/2013 in Abzug zu bringender Positionen beträgt höchstens 10 % der Posten des harten Kernkapitals, berechnet gemäß Artikel 46 Absatz 1 Buchstabe a der Verordnung (EU) Nr. 575/2013.