In de eerste plaats heeft het Gerecht in de punten 52 tot en met 58 van het bestreden arrest artikel 107, lid 1, VWEU geschonden door te oordelen dat de litigieuze regeling geen voordeel opleverde voor overheidscasino’s doordat zij een lagere heffing per bezoeker betalen, aangezien de gestorte bedragen overeenkwamen met 80 % van de prijs per toegangsbewijs voor zowel overheidscasino’s als particuliere casino’s.
Erstens habe das Gericht in den Rn. 52 bis 58 des angefochtenen Urteils gegen Art. 107 Abs. 1 AEUV verstoßen, als es festgestellt habe, dass den öffentlichen Spielbanken durch die Erhebung eines geringeren Eintrittspreises pro Kunden auf der Grundlage der fraglichen Maßnahme kein Vorteil eingeräumt worden sei, da die gezahlten Beträge 80 % der Preise für Eintrittskarten ausmachten, die von den privaten und öffentlichen Spielbanken eingenommen worden seien.