De lidstaten moeten alle universiteiten en hogere opleidingsinstellingen de noodzakelijke steun en stimulansen geven om banden en betrekkingen aan te knopen of te onderhouden met op zijn minst een soortgelijke instelling in een andere lidstaat en daarbij moet worden ingehaakt op de grote mogelijkheden die het Socrates-programma en het Leonardo da Vinci-programma bieden.
Die Mitgliedstaaten sollten allen Universitäten und sonstigen postsekundären Lehranstalten die notwendige Unterstützung und die erforderlichen Anreize bieten, damit sie, aufbauend auf den bereits mit den Programmen Sokrates und Leonardo da Vinci geschaffenen Grundlagen, ihre Verbindungen und Beziehungen mit mindestens einer vergleichbaren Einrichtung in einem anderen Mitgliedstaat aufrechterhalten können.