Traduction de «bij de democratische besluitvorming moeten » (Néerlandais → Allemand) :

2006-2010 | Testen van ICT-hulpmiddelen die de transparantie van en de betrokkenheid bij de democratische besluitvorming moeten verhogen.
2006–2010 | Prüfung IKT-gestützter Instrumente, die der Erhöhung der Transparenz und Einbeziehung der Öffentlichkeit in demokratische Entscheidungsprozesse dienen.

- verbetering van participatie en democratische besluitvorming: tegen 2010 moeten instrumenten worden gedemonstreerd waarmee de maatschappelijke discussie en de rol van de burger in het democratisch besluitvormingsproces kunnen worden versterkt.
- Stärkung der Bürgerbeteiligung und der demokratischen Entscheidungsprozesse – Demonstration von Mitteln zur effektiven öffentlichen Diskussion und Beteiligung an der demokratischen Entscheidungsfindung.

VERBETERING VAN PARTICIPATIE EN DEMOCRATISCHE BESLUITVORMING IN EUROPA
6. STÄRKUNG DER BÜRGERBETEILIGUNG UND DER DEMOKRATISCHEN ENTSCHEIDUNGSPROZESSE IN EUROPA

6. Verbetering van participatie en democratische besluitvorming in Europa 11
6. Stärkung der Bürgerbeteiligung und der demokratischen Entscheidungsprozesse in Europa 11

De statistieken van hoge kwaliteit die in het kader van het meerjarenprogramma worden ontwikkeld, geproduceerd en verspreid, zijn van essentieel belang voor empirisch onderbouwde besluitvorming, moeten tijdig beschikbaar zijn en moeten bijdragen tot de uitvoering van beleid van de Unie zoals neergelegd in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en de Europa 2020-strategie en andere beleidsmaatregelen in het kader van de strategische prioriteiten van de Commissie voor 2010-2014, met name versterkte en geïntegreerde economische governance, klimaatverandering, hervormd landbouwbeleid, groei en sociale samenhang, gendergelijkheid, een Europa van de burgers en globalisering.
Im Rahmen des Mehrjahresprogramms entwickelte, erstellte und verbreitete hochwertige Statistiken sind wesentlich für eine auf Fakten beruhende Entscheidungsfindung, sollten zeitnah verfügbar sein und sollten zur Umsetzung von Politiken der Union beitragen, wie sie sich im Vertrag über die Arbeitsweise der Europäischen Union (AEUV) und der Strategie Europa 2020 sowie in den Politiken widerspiegeln, die in den strategischen Prioritäten der Kommission für den Zeitraum von 2010 bis 2014 aufgenommenen wurden, nämlich einen verstärkten und integrierten Ansatz einer wirtschaftspolitischen Steuerung, Klimawandel, Reform der Agrarpolitik, Wachstum und sozialer Zusammenhalt, Gleichstellung der Geschlechter, „Europa der Bürger“ und Globalisierung.

8. benadrukt dat de oprichting en de werking van het permanente stabiliteitsmechanisme volledig moeten stroken met de kernbeginselen van democratische besluitvorming, zoals transparantie, parlementaire behandeling en democratische verantwoording; benadrukt dat de voor monetaire zaken bevoegde instellingen en organen van de Unie − de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank en de Europese Investeringsbank − nauw bij het Europees stabiliteitsmechanisme betrokken moeten worden; benadrukt dat het mechanisme niet mag leiden tot een nieuw model van Europees bestuur dat niet voldoet aan de democratische maatstaven die in de Unie gelden;
8. hebt hervor, dass in Bezug auf Einrichtung und Funktionsweise des ständigen Stabilitätsmechanismus die Grundprinzipien der demokratischen Entscheidungsfindung wie Transparenz, parlamentarische Kontrolle und demokratische Rechenschaftspflicht voll und ganz beachtet werden müssen; betont, dass die für Währungsfragen zuständigen Organe und Einrichtungen der Union – Europäische Kommission, Europäische Zentralbank (EZB) und Europäische Investitionsbank – eng in den Europäischen Stabilitätsmechanismus eingebunden werden sollten; unterstreicht, dass der Mechanismus nicht zu einem neuen Modell europäischen Regierens führen sollte, das hinter dem in der Union erreichten Niveau demokratischer Standards zurückbleibt;

8. benadrukt dat de oprichting en de werking van het permanente stabiliteitsmechanisme volledig moeten stroken met de kernbeginselen van democratische besluitvorming, zoals transparantie, parlementaire behandeling en democratische verantwoording; benadrukt dat de voor monetaire zaken bevoegde instellingen en organen van de Unie - de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank en de Europese Investeringsbank - nauw bij het mechanisme betrokken moeten worden; benadrukt dat het mechanisme niet mag leiden tot een nieuw model van Europees bestuur dat niet voldoet aan de democratische maatstaven die in de Unie gelden;
8. hebt hervor, dass in Bezug auf Einrichtung und Funktionsweise des ständigen Stabilitätsmechanismus die Grundprinzipien der demokratischen Entscheidungsfindung wie Transparenz, parlamentarische Kontrolle und demokratische Rechenschaftspflicht voll und ganz beachtet werden müssen; betont, dass die für Währungsfragen zuständigen Organe und Einrichtungen der Union – Europäische Kommission, Europäische Zentralbank und Europäische Investitionsbank – eng in den Mechanismus eingebunden werden sollten; unterstreicht, dass der Mechanismus nicht zu einem neuen Modell europäischen Regierens führen sollte, das hinter dem in der Union erreichten Niveau demokratischer Standards zurückbleibt;

17. is van mening dat de financiële sector in eerste instantie het algemeen belang voor ogen moet hebben, lagere winsten moet accepteren en zich moet richten op risicovermijding en langetermijndoelstellingen in plaats van kortetermijnwinsten; is van mening dat er dringend behoefte is aan een vermaatschappelijking van de banksector en de oprichting van een financiële pool in overheidsbezit (genationaliseerde banken, plaatselijke en regionale spaarbanken, coöperatieve banken, enz.), die kredieten leidt in de richting van maatschappelijk en milieutechnisch zinnige investeringen die hoogwaardige werkgelegenheid mét werknemersrechten scheppen; is van mening dat de besluitvorming over het kredietbeleid van de financiële sector onder democratische overheidscontrole moet worden gesteld en dat werknemers en consumenten hierbij op democratische wijze moeten worden betrokken;
17. ist der Ansicht, dass der Finanzsektor in erster Linie im öffentlichen Interesse funktionieren, niedrigere Gewinne akzeptieren und auf Risikovermeidung und langfristige Ziele statt auf kurzfristige Gewinne ausgerichtet sein muss; ist der Auffassung, dass eine Verstaatlichung des Bankensektors und die Schaffung eines Finanzsystems im öffentlichen Besitz (verstaatlichte Banken, kommunale und regionale Sparkassen, Genossenschaftsbanken) dringend erforderlich sind, um Kredite auf sozial und ökologisch sinnvolle Investitionen zu lenken, durch die hochwertige Arbeitsplätze mit Arbeitnehmerrechten geschaffen werden; ist der Ansicht, dass die Beschlussfassung über die Kreditpolitik des Finanzsektors der demokratischen öffentlichen Kontrolle und der demokratischen Beteiligung der Beschäftigten und Verbraucher unterstellt werden muss;

28. is van mening dat de financiële sector in eerste instantie het algemeen belang voor ogen moet hebben, lagere winsten moet accepteren en zich moet richten op risicovermijding en langetermijndoelstellingen in plaats van kortetermijnwinsten; is van mening dat er dringend behoefte is aan een vermaatschappelijking van de banksector en de oprichting van een financiële pool in overheidsbezit (genationaliseerde banken, plaatselijke en regionale spaarbanken, coöperatieve banken, enz.), die kredieten leidt in de richting van maatschappelijk en milieutechnisch zinnige investeringen waardoor hoogwaardige werkgelegenheid mét werknemersrechten wordt geschapen; is van mening dat de besluitvorming over het kredietbeleid van de financiële sector onder democratische overheidscontrole moet worden gesteld en dat werknemers en consumenten hierbij op democratische wijze moeten worden betrokken;
28. ist der Ansicht, dass der Finanzsektor in erster Linie im öffentlichen Interesse funktionieren, niedrigere Gewinne akzeptieren und auf Risikovermeidung und langfristige Ziele statt auf kurzfristige Gewinne ausgerichtet sein muss; ist der Auffassung, dass eine Verstaatlichung des Bankensektors und die Schaffung eines Finanzsystems im öffentlichen Besitz (verstaatlichte Banken, kommunale und regionale Sparkassen, Genossenschaftsbanken) dringend erforderlich sind, um Kredite auf sozial und ökologisch sinnvolle Investitionen zu lenken, durch die hochwertige Arbeitsplätze mit Arbeitnehmerrechten geschaffen werden; ist der Ansicht, dass die Beschlussfassung über die Kreditpolitik des Finanzsektors der demokratischen öffentlichen Kontrolle und der demokratischen Beteiligung der Beschäftigten und Verbraucher unterstellt werden muss;

66. is van mening dat het voor de ontwikkeling van de RVVR noodzakelijk is dat het ontwerp van een grondwet voor Europa wordt aangenomen, met name de volgende hoofdpunten: (i) opneming van het Handvest van de grondrechten in de tekst van het Verdrag betreffende een grondwet zodat dit handvest op alle werkterreinen van de Unie wordt nageleefd; (ii) afschaffing van de pijlerstructuur; (iii) besluitvorming met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen in co-decisie met het Europees Parlement, zodat de democratische legitimiteit van de besluitvorming wordt versterkt die op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid zo vele en zo gevoelige gevolgen heeft voor het leven en de rechten van de burgers; (iv) versterking van het initiatiefrecht van de Commissie onverminderd dat van de lidstaten op gebieden van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken; (v) uitbreiding van de communautaire methode tot de justitiële en politiële samenwerking in strafzaken met als gevolg een doeltreffender en democratischer besluitvorming op dit gebied; (vi) invoering van een Europese officier van justitie voor de bestrijding van fraude ten koste van de Gemeenschap en andere ernstige grensoverschrijdende delicten; (vii) versterking van de rol en participatie van de nationale parlementen, met name bij het toezicht op de naleving van het subsidiariteitsbeginsel, de wederzijdse beoordeling van de uitvoering van het beleid van de Unie en de parlementaire controle op Europol en Eurojust; (viii) uitbreiding van de bevoegdheden van het Hof van Justitie; (ix) verduidelijking en nadere omschrijving van het grondrechtenstelsel van de Europese Unie, mede in verband met het Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (Rome, 4 november 1950);
66. erachtet es für den Aufbau des RFSR als notwendig, dass der Entwurf eines Verfassungsvertrags angenommen wird, namentlich mit Blick auf folgende Hauptaspekte: i) Aufnahme der Charta der Grundrechte der EU in den Verfassungsvertrag, um die Achtung der Grundrechte in allen Tätigkeitsbereichen der EU sicherzustellen; ii) Abschaffung der Pfeilerstruktur; iii) Ausweitung der Beschlussfassung mit qualifizierter Mehrheit und in einem System der Mitentscheidung zusammen mit dem Europäischen Parlament als unverzichtbarem Element der Stärkung der demokratischen Legitimation der Beschlüsse, die im Bereich des RFSR so viele und so einschneidende Auswirkungen auf das Leben und die Rechte der Bürger haben; iv) Stärkung des Initiativrechts der Kommission, wobei das Recht der Mitgliedstaaten in den Bereichen polizeiliche und justizielle Zusammenarbeit in Strafsachen unangetastet bleibt