Overwegende dat de communa
utaire wetgever met deze feitelijke situatie rekening heeft gehouden en in artikel 3, lid 2,
tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 2232/96 de verplichting heeft opgelegd deze aromastoffen aan te duiden "op een wijze waardoor het intellectuele-eigendomsrecht van de aromastofproducent wordt beschermd"; dat van deze noodzaak de intellectuele eigendom te beschermen tevens sprake is in overweging 14 van dezelfde verordening; dat deze noodzaak niet alleen voor de aromastoffen waarvan ingevolge artikel 3, lid 1,
...[+++] van de verordening kennis wordt gegeven, maar in de toekomst eveneens voor de nieuwe aromastoffen als bedoeld in artikel 5, lid 2, van de verordening geldt; dat deze noodzaak geldt in alle fasen van de bij de verordening ingevoerde communautaire procedure;
Die Gemeinschaft hat dem als Gesetzgeber Rechnung getragen, da gemäß Artikel 3 Absatz 2 Unterabsatz 2 der Verordnung (EG) Nr. 2232/96 die Aromastoffe "so zu bezeichnen (sind), daß das geistige Eigentum ihres Herstellers geschützt ist". Diese Notwendigkeit des Schutzes des geistigen Eigentums ist auch Gegenstand des vierzehnten Erwägungsgrundes derselben Verordnung. Dieser Schutz ist nicht nur bei Aromastoffen erforderlich, die in Anwendung von Artikel 3 Absatz 1 der genannten Verordnung mitgeteilt werden, sondern auch bei künftigen neuen Aromastoffen gemäß Artikel 5 Absatz 2 der Verordnung.