In essentie voeren de verzoekende partijen aldus aan dat de wetgever de Koning verhindert in twee vrijstellingen, die thans nog wel
voor vastgoedbevaks gelden, te voorzien : allereerst, bij de uitkering van dividenden tussen twee openbare GVV's (uitsluiting van artikel 106, § 6, van het kon
inklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992; hierna : KB/WIB 1992) en, vervolgens, bij de uitkering van dividenden aan « niet-ingezeten » pensioenfondsen (uitsluiting van artikel 106, §§ 2 en 7, van het KB/WIB 19
...[+++]92).