De conclusies in verband met het min of meer permanente karakter van het beroep mogen niet tot gevolg hebben dat het ongeoorloofde geoorloofd wordt, bijvoorbeeld de handelsvertegenwoordiger als vast bijberoep door iemand die dat volgens zijn statuut niet mag doen, wat met name het geval zal zijn voor sommige ambtenaren.
Die Schlussfolgerungen im Zusammenhang mit der mehr oder weniger beständigen Beschaffenheit des Berufes dürfen nicht zur Folge haben, dass Unerlaubtes erlaubt wird, beispielsweise die Handelsvertretung als ständiger Nebenberuf durch eine Person, die dies gemäß ihrem Statut nicht tun darf, was insbesondere für einige Beamten der Fall sein wird.