4. Het voorzitterschap, daartoe bijgestaan door de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger, en de Commissie dragen, binnen de perken van hun onderscheiden bevoegdheden, zorg voor een passende coördinatie van het programma, de communautaire bijstand en de bilaterale bijstand van de lidstaten.
(4) Der Vorsitz, der vom Generalsekretär/Hohen Vertreter unterstützt wird, und die Kommission sorgen im Rahmen ihrer jeweiligen Zuständigkeiten für eine angemessene Koordinierung zwischen dem Programm, der Gemeinschaftshilfe und der von den Mitgliedstaaten in bilateralem Rahmen geleisteten Unterstützung.