Zij waren als volgt verdeeld: 58 miljoen euro ten gunste van Oekraïne uit hoofde van het in 1998 door de Raad goedgekeurde bijstandspakket; 40 miljoen euro ten gunste van Bulgarije uit hoofde van de in 1999 goedgekeurde bijstandsmaatregel en 10 miljoen euro ten gunste van Bosnië-Herzegovina uit hoofde van het in 1999 goedgekeurde bijstandspakket (deze laatste lening ging vergezeld van een gift van 15 miljoen euro).
Die gesamte Summe setzt sich wie folgt zusammen : 58 Mio. EUR für die Ukraine im Rahmen einer vom Rat im Jahr 1998 beschlossenen Aktion, 40 Mio. für Bulgarien im Rahmen der 1999 beschlossenen Aktion und 10 Mio. für Bosnien-Herzegowina im Rahmen der 1999 beschlossenen Aktion (dieses letzte Darlehen wurde durch einen Zuschuß von 15 Mio. EUR ergänzt).