Vertaling van "bijvoorbeeld meer duidelijkheid " (Nederlands → Duits) :

Door de onderlinge afstemming van het materiële recht op het gebied van hightechcriminaliteit kan een minimumbeschermingsniveau voor slachtoffers van cybercriminaliteit worden gewaarborgd (bijvoorbeeld voor slachtoffers van kinderpornografie), kan gemakkelijker worden voldaan aan de volwaarde dat een handeling strafbaar moet zijn in beide landen voordat er wederzijdse rechtshulp kan worden verleend in een strafrechtelijk onderzoek (dubbele strafbaarheidsvoorwaarde), en krijgt het bedrijfsleven meer duidelijkheid (bijvoorbeeld over wat onder illegale inhoud wordt verstaan).
Durch Angleichung der materiellen Strafrechtsvorschriften für den Bereich der High-Tech-Kriminalität könnte ein Mindestschutz für die Opfer der Cyberkriminalität (und beispielsweise der Kinderpornographie) gewährleistet, der Anforderung der beiderseitigen Strafbarkeit (wonach bestimmte Formen der Rechtshilfe nur möglich sind, wenn die betreffenden Handlungen in beiden beteiligten Ländern strafbar sind) genüge getan und für die Industrie größere Klarheit (beispielsweise in bezug auf die Definition illegaler Inhalte) geschaffen werden.

Dit wordt bereikt door meer duidelijkheid te verschaffen over de acties van de PO's waarvoor de EU financieringssteun kan geven (bijvoorbeeld investeringen in technologie of kwaliteitsverbetering) en door het maximumpercentage van de productie die buiten de organisatie om mag worden afgezet, vast te stellen op 25 %.
Größere Attraktivität von Erzeugerorganisationen im Obst- und Gemüsesektor für Erzeuger, die derzeit keine Mitglieder sind, indem klarer festgelegt wird, welche Maßnahmen von Erzeugerorganisationen für eine finanzielle Unterstützung der EU infrage kommen (z. B. Investitionen in Technologie oder die Verbesserung der Qualität) und indem der maximale Anteil der Erzeugung, der außerhalb der Organisation vermarktet werden darf, auf 25 % festgesetzt wird.

32. verwijst naar de bevindingen van de enquête van de Commissie (Consumer Empowerment in the EU - SEC(2011)469) volgens welke 18% van de ondervraagde Europese burgers de vermelding "ten minste houdbaar tot" niet begrijpt; verzoekt daarom de Commissie en de lidstaten meer duidelijkheid te creëren omtrent de betekenis van de data op de etiketten ("ten minste houdbaar tot", "houdbaarheidsdatum" en "te gebruiken tot") enerzijds om de onzekerheid van de consument over de geschiktheid voor consumptie van levensmiddelen uit de weg te ruimen en anderzijds om het publiek te voorzien van nauwkeurige informatie, in casu over het feit dat de minimale houdbaarheidsdatum "ten minste houdbaar tot" verband houdt met de kwaliteit terwijl "te gebruiken tot" slaat op de voedselveiligheid, om op die manier de consumenten te helpen om met kennis van zaken een keuze te maken; dringt er bij de Commissie op aan een gebruikersvriendelijke handleiding op te stellen over het gebruik van levensmiddelen waarvan de uiterste houdbaarheidsdatum bijna is verstreken, waardoor de veiligheid van gedoneerde of voor diervoeding bestemde levensmiddelen kan worden gewaarborgd, en daarbij voort te bouwen op de beste praktijken onder de actoren binnen de voedselvoorzieningsketen, bijvoorbeeld om vraag en aanbod sneller en effectiever op elkaar te kunnen afstemmen;
32. weist auf die Ergebnisse der Studie der Kommission mit dem Titel „Consumer Empowerment in the EU“ (SEK(2011)0469) hin, derzufolge 18 % der EU-Bürger die Kennzeichnung „mindestens haltbar bis“ nicht verstehen; fordert die Kommission und die Mitgliedstaaten deshalb auf, in Bezug auf die Datumskennzeichnung („mindestens haltbar bis“, „Verfallsdatum“ und „zu verbrauchen bis“) eine Klarstellung vorzunehmen, um Unsicherheiten bei den Verbrauchern im Hinblick auf die Genusstauglichkeit von Lebensmitteln abzubauen und der Öffentlichkeit genaue Informationen an die Hand zu geben, damit die Verbraucher eine fundierte Wahl treffen können, wozu vor allem auch der Hinweis zählt, dass das mit „mindestens haltbar bis“ angegebene Mindesthaltbarkeitsdatum sich auf die Qualität, das mit „zu verbrauchen bis“ angegebene Datum sich aber auf die Sicherheit bezieht; fordert die Kommission auf, einen nutzerfreundlichen Leitfaden über die Verwendung von Lebensmitteln mit fast abgelaufenem Mindesthaltbarkeits- bzw. Verbrauchsdatum für Lebensmittelspenden und als Tierfutter unter Beachtung der Lebensmittelsicherheit zu veröffentlichen und sich dabei auf bewährte Verfahren der Interessenträger in der Lebensmittelversorgungskette zu stützen, damit beispielsweise Angebot und Nachfrage schneller und effizienter miteinander in Einklang gebracht werden können;

32. verwijst naar de bevindingen van de enquête van de Commissie (Consumer Empowerment in the EU - SEC(2011)0469) volgens welke 18% van de ondervraagde Europese burgers de vermelding „ten minste houdbaar tot” niet begrijpt; verzoekt daarom de Commissie en de lidstaten meer duidelijkheid te creëren omtrent de betekenis van de data op de etiketten („ten minste houdbaar tot”, „houdbaarheidsdatum” en „te gebruiken tot”) enerzijds om de onzekerheid van de consument over de geschiktheid voor consumptie van levensmiddelen uit de weg te ruimen en anderzijds om het publiek te voorzien van nauwkeurige informatie, in casu over het feit dat de minimale houdbaarheidsdatum „ten minste houdbaar tot” verband houdt met de kwaliteit terwijl „te gebruiken tot” slaat op de voedselveiligheid, om op die manier de consumenten te helpen om met kennis van zaken een keuze te maken; dringt er bij de Commissie op aan een gebruikersvriendelijke handleiding op te stellen over het gebruik van levensmiddelen waarvan de uiterste houdbaarheidsdatum bijna is verstreken, waardoor de veiligheid van gedoneerde of voor diervoeding bestemde levensmiddelen kan worden gewaarborgd, en daarbij voort te bouwen op de beste praktijken onder de actoren binnen de voedselvoorzieningsketen, bijvoorbeeld om vraag en aanbod sneller en effectiever op elkaar te kunnen afstemmen;
32. weist auf die Ergebnisse der Studie der Kommission mit dem Titel „Consumer Empowerment in the EU“ (SEK(2011)0469) hin, derzufolge 18 % der EU-Bürger die Kennzeichnung „mindestens haltbar bis“ nicht verstehen; fordert die Kommission und die Mitgliedstaaten deshalb auf, in Bezug auf die Datumskennzeichnung („mindestens haltbar bis“, „Verfallsdatum“ und „zu verbrauchen bis“) eine Klarstellung vorzunehmen, um Unsicherheiten bei den Verbrauchern im Hinblick auf die Genusstauglichkeit von Lebensmitteln abzubauen und der Öffentlichkeit genaue Informationen an die Hand zu geben, damit die Verbraucher eine fundierte Wahl treffen können, wozu vor allem auch der Hinweis zählt, dass das mit „mindestens haltbar bis“ angegebene Mindesthaltbarkeitsdatum sich auf die Qualität, das mit „zu verbrauchen bis“ angegebene Datum sich aber auf die Sicherheit bezieht; fordert die Kommission auf, einen nutzerfreundlichen Leitfaden über die Verwendung von Lebensmitteln mit fast abgelaufenem Mindesthaltbarkeits- bzw. Verbrauchsdatum für Lebensmittelspenden und als Tierfutter unter Beachtung der Lebensmittelsicherheit zu veröffentlichen und sich dabei auf bewährte Verfahren der Interessenträger in der Lebensmittelversorgungskette zu stützen, damit beispielsweise Angebot und Nachfrage schneller und effizienter miteinander in Einklang gebracht werden können;

Wij willen bijvoorbeeld meer duidelijkheid over wat de Commissie de komende jaren in de praktijk met haar bevoegdheid zal gaan doen.
Wir wollen mehr Klarheit, was die Kommission tatsächlich mit dieser Ermächtigung in den nächsten Jahren tun wird.

Er moet bijvoorbeeld meer duidelijkheid komen over de vraag hoe de regelgever met risico's omgaat: potentiële risico's, wetenschappelijke onzekerheid (bv. de afwezigheid van een nulrisico, de toepassing van het voorzorgsbeginsel), het afwegen van vergelijkbare risico's, de rol van de verschillende stadia in de risicoanalyse, de rol van maatregelen van risicomanagement zoals toezicht en voorzorgsmaatregelen en hoe deze zich tot het risico verhouden.
So sollten wir klarer formulieren, wie ordnungspolitisch mit Risiken umzugehen ist - mit potenziellen Risiken, wissenschaftlicher Unsicherheit (beispielsweise wenn ein Risiko nicht völlig ausgeschlossen werden kann, die Anwendung des so genannten Vorsorgeprinzips), vergleichende Abwägung von Risiken, Rolle der verschiedenen Phasen einer Risikoanalyse, Rolle von Maßnahmen des Risikomanagements, wie etwa Überwachung und Vorsorge, und ihrer Angemessenheit angesichts des Risikos.

16. roept de Commissie ertoe op meer duidelijkheid te brengen in de soms duistere betrekkingen tussen de nationale mededingingsautoriteiten en "nationale sterren", teneinde ieder vermoeden van oneerlijke bevoordeling weg te nemen en het belang van de consument te beschermen, nu de media bijvoorbeeld begin 2005 geheime kartels aan het licht hebben gebracht tussen de drie belangrijkste Franse exploitanten van mobiele telefonie; erkent dat er onvoldoende afstand is om te beoordelen hoe doeltreffend de hervormingen zijn die ertoe hebben geleid dat de tenuitvoerlegging van het EG-mededingingsrecht aan de nationale mededingingsautoriteiten is gedelegeerd; wijst erop dat het Europees mededingingsnetwerk, dat uit de Commissie en de nationale mededingingsautoriteiten bestaat, een samenwerkingsinstrument is en een organisatie van cruciaal belang vormt voor de versterking van de samenhang en de effectiviteit in de toepassing van de communautaire mededingingsregels, en dringt er bij de leden van het netwerk op aan een actieve rol in deze organisatie te vervullen en haar enorme potentieel te ontplooien in overeenstemming met de strategische rol die het mededingingsbeleid in de Europese Unie toekomt;
16. ermutigt die Kommission, die bisweilen unklaren Beziehungen zwischen den NCAs und den "nationalen Champions" zu klären, um jeden Verdacht einer Komplizenschaft auszuräumen und die Interessen der Verbraucher zu schützen (so haben z.B. die Medien zu Beginn des Jahres 2005 geheime Vereinbarungen zwischen den drei größten französischen Mobilfunkbetreibern aufgedeckt); räumt ein, dass es bislang an dem nötigen zeitlichen Abstand fehlt, um die Wirksamkeit der Reformen zur Verlagerung der Durchführung des EG-Wettbewerbsrechts auf die NCAs bewerten zu können; unterstreicht, dass das ECN, dem die Kommission und die NCAs angehören, ein Kooperationsforum und eine wichtige Einrichtung zur Stärkung von Kohärenz und Effizienz bei der Anwendung der EG-Wettbewerbsregeln ist, und fordert seine Mitglieder nachdrücklich auf, sich aktiv einzubringen und das enorme Potenzial dieses Netzwerks im Einklang mit der strategischen Rolle, die der Wettbewerbspolitik in der Europäischen Union zufällt, auszuschöpfen;

13. steunt de idee van "gecontroleerde veeltaligheid" en blijft zich gebonden achten aan het beginsel van een gelijke behandeling van alle officiële talen, daar de legitimiteit en de representativiteit van het Parlement niet in gevaar mogen komen; verzoekt het Stuurcomité, rekening houdend met het overleg tussen het Secretariaat-generaal en de vertegenwoordigers van de tolkendienst, zijn conclusies tijdig vóór de goedkeuring van de ramingen voor 2003 voor te leggen en de gedetailleerde regelingen voor het talenregime na de uitbreiding verder uit te werken, teneinde een soepele overgang mogelijk te maken en kwaliteitsverlies van vertaling en vertolking na de uitbreiding te voorkomen; is echter van mening dat er een bredere discussie over het talenregime na de uitbreiding zou moeten plaatsvinden; verlangt dat de veeltaligheid op rationele wijze wordt toegepast en dat de diensten zich concentreren op de kerntaken van het Parlement; is voorts van mening dat nadere maatregelen dienen te worden genomen om de beschikbare hulpbronnen optimaal te benutten, bijvoorbeeld door een betere timing van vergaderingen van organen van het Parlement om "piekdagen" te vermijden; geeft uitdrukking aan zijn steun voor het beschikbaar stellen van de noodzakelijke kredieten om leden en personeel in staat te stellen de talen van de kandidaat-lidstaten te leren; verzoekt om meer duidelijkheid over de kosten-batenverhouding en voor- en nadelen van freelance-vertalingen in vergelijking tot vertalingen van de eigen vertaaldienst en wenst de mogelijkheid van telewerk verder uit te zoeken;
13. bekräftigt das Konzept der "kontrollierten Vielsprachigkeit" und ist weiterhin dem Grundsatz der Gleichbehandlung aller Sprachen verpflichtet, da die Legitimität und Repräsentativität des Parlaments nicht beeinträchtigt werden dürfen; fordert den Lenkungsausschuss unter Hinweis auf die Konsultationen des Generalsekretärs mit den Vertretern des Dolmetscherdienstes auf, die betreffenden Schlussfolgerungen rechtzeitig vor der Annahme des Haushaltsvoranschlags für 2003 vorzulegen und die detaillierten Vorkehrungen für die Sprachenregelung im Anschluss an die Erweiterung weiter auszuarbeiten, um einen reibungslosen Übergang zu erleichtern und einem Verlust an Qualität bei den Übersetzungen und beim Dolmetschdienst nach der Erweiterung vorzubeugen; ist allerdings der Auffassung, dass eine umfassendere Debatte über die Sprachenregelung nach der Erweiterung geführt werden muss; besteht darauf, dass die Vielsprachigkeit auf rationelle Weise praktiziert wird und sich die Dienste auf die Kerntätigkeiten des Parlaments konzentrieren; ist ebenfalls der Auffassung, dass weitere Maßnahmen ergriffen werden sollten, um den Einsatz der verfügbaren Ressourcen zu optimieren, beispielsweise eine bessere zeitliche Staffelung der Sitzungen von Gremien des Parlaments, um "Spitzentage" zu vermeiden; bekundet seine Unterstützung dafür, dass die notwendigen Mittel bereitgestellt werden, damit seine Mitglieder und die Bediensteten die Sprachen der Beitrittsländer erlernen können; fordert mehr Klarheit im Hinblick auf die Kosteneffizienz sowie die Vor- und Nachteile von Übersetzungen durch Freelance-Übersetzer im Vergleich zu internen Übersetzungen und wünscht, dass das Konzept der Telearbeit geprüft wird;

Daaruit volgt dat de wetgever onder meer tot doel had duidelijkheid te scheppen over het statuut van de echtgenoten van bedrijfsleiders van vennootschappen en rechtspersonen, in die zin dat er tussen, enerzijds, de echtgenoten van bedrijfsleiders en, anderzijds, de vennootschap of de rechtspersoon waarin die bedrijfsleiders actief zijn, in beginsel geen juridische relatie bestaat, tenzij die relatie zou worden gecreëerd, bijvoorbeeld in de vorm van een arbeidsovereenkomst, een lastgeving of door toetreding tot het vennootschapscontract.
Daraus ist zu schlussfolgern, dass der Gesetzgeber unter anderem beabsichtigte, Deutlichkeit über das Statut der Ehepartner von Betriebsleitern von Gesellschaften und juristischen Personen zu schaffen, in dem Sinne, dass zwischen einerseits den Ehepartnern von Betriebsleitern und andererseits der Gesellschaft oder der juristischen Person, in der die Betriebsleiter tätig sind, im Prinzip kein Rechtsverhältnis besteht, es sei denn, dieses Verhältnis wäre geschaffen worden, beispielsweise in Form eines Arbeitsvertrags, eines Mandats oder durch den Beitritt zum Gesellschaftsvertrag.