Het eerste middel verwijt artikel 2, punten 2 en 3, van het voormelde decreet van 8 juni 2006 dat het de bevoegdheden van de federale wetgever schendt, enerzijds, door een categorie van eenzijdige bestuurshandelingen, namelijk de gemeen
telijke individuele constructieve moties van wantrouwen, in het Waalse Gewest, te onttrekken aan de verplichting van uitdrukkelijke motivering opgelegd bij de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en, anderzijds, door elke jurisdictionele toetsing uit
te sluiten, in het bijzonder de door d ...[+++]e Raad van State uitgeoefende toetsing op diezelfde categorie van handelingen.
Im ersten Klagegrund wird bemängelt, dass Artikel 2 Nrn. 2 und 3 des vorerwähnten Dekrets vom 8. Juni 2006 auf die Zuständigkeiten des föderalen Gesetzgebers übergreife, indem er einerseits die Kategorie der einseitigen Verwaltungshandlungen in Form der kommunalen konstruktiven Misstrauensanträge in der Wallonischen Region der durch das Gesetz vom 29. Juli 1991 über die ausdrückliche Begründung der Verwaltungsakte auferlegten Verpflichtung der ausdrücklichen Begründung entziehe, und andererseits, indem er jegliche gerichtliche Kontrolle über diese Kategorie von Handlungen, insbesondere durch den Staatsrat, ausschliesse.