Het zeevervoer mag niet worden uitgevoerd door scheepvaartmaatschappijen waarvan de praktijken aan reders uit de Gemeenschap nadeel hebben berokkend ofwel waarvan het land van vestiging voor scheepvaartmaatschappijen uit de lidstaten of voor schepen die in een lidstaat overeenkomstig de daar geldende voorschriften zijn geregistreerd, de vrije toegang tot het veevervoer heeft beperkt, in het bijzonder tijdens de geldigheidsduur van een besluit van de Raad op grond van artikel 11 van Verordening (EEG) nr. 4057/86 en van artikel 4, lid 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 4058/86.
Daher darf insbesondere während der Geltungsdauer eines Beschlusses des Rates aufgrund von Artikel 11 der Verordnung (EWG) Nr. 4057/86 und in Anwendung von Artikel 4 Absatz 1 Buchstabe b) der Verordnung (EWG) Nr. 4058/86 der Seetransport nicht von Schiffahrtsgesellschaften durchgeführt werden, durch deren Praktiken die Reedereien der Gemeinschaft geschädigt wurden oder in deren Niederlassungsland der freie Zugang zum Frachtverkehr für Schiffahrtsgesellschaften der Mitgliedstaaten oder Schiffe, die in einem Mitgliedstaat nach dessen einschlägigen Rechtsvorschriften eingetragen sind, eingeschränkt ist.