Meer in het bijzonder vloeit uit artikel 1253ter/5, eerste lid, 3°, van het Gerechtelijk Wetboek, in samenhang gelezen met het derde lid ervan, voort dat, wat betreft de vaststelling van de afzonderlijke verblijfplaats, indien de echtgenoot of de wettelijk samenwonende zich schuldig heeft gemaakt aan een van de feiten van geweld opgesomd in artikel 1253ter/5, derde lid, de andere echtgenoot of de andere wettelijk samenwonende de familierechtbank erom kan verzoeken de echtelijke of de gemeenschappelijke verblijfplaats toegewezen te krijgen.
Insbesondere ergibt sich aus Artikel 1253ter/5 Absatz 1 Nr. 3 des Gerichtsgesetzbuches in Verbindung mit dessen Absatz 3, dass hinsichtlich der Festlegung der getrennten Wohnorte, wenn der Ehepartner oder der gesetzlich Zusammenwohnende sich einer der in Artikel 1253ter/5 Absatz 3 aufgelisteten Gewalttaten schuldig gemacht hat, der andere Ehepartner oder der andere gesetzlich Zusammenwohnende beim Familiengericht beantragen kann, ihm den ehelichen oder gemeinsamen Wohnort zuzuweisen.