1. bekrachtigt het in het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind verankerde beginsel dat "het kind, voor de volledige en harmonische ontplooiing van zijn of haar persoonlijkheid, dient op te groeien in een gezinsomgeving, in een sfeer van geluk, liefde en begrip"; is er daarnaast van overtuigd dat, zoals in de Verklaring van de rechten van het kind wordt gesteld, "het kind op grond van zijn lichamelijke en geestelijke onrijpheid bijzondere bescherming en zorg nodig heeft, met inbegrip van doelmatige wettelijke bescherming, zowel vóór als na de geboorte";
1. bekräftigt den in der UN-Kinderrechtskonvention enthaltenen Grundsatz, dass „das Kind zur vollen und harmonischen Entfaltung seiner Persönlichkeit in einer Familie und umgeben von Glück, Liebe und Verständnis aufwachsen soll“; ist außerdem in Übereinstimmung mit der Erklärung der Rechte des Kindes der Überzeugung, „dass das Kind wegen seiner mangelnden körperlichen und geistigen Reife besonderen Schutzes und besonderer Fürsorge, insbesondere eines angemessenen rechtlichen Schutzes vor und nach der Geburt, bedarf“;