Vertaling van "binnen het sectoriële beleid past " (Nederlands → Duits) :

Þ Aanmoedigingsmaatregelen: er zal op worden toegezien dat de samenwerking met betrekking tot terugkeer, overname en re-integratie past binnen een evenwichtig en geconsolideerd EU-beleid ten aanzien van een derde land, dat gebaseerd is op gemeenschappelijk belang, bijvoorbeeld in verband met betere mobiliteitsbepalingen en andere beleidsterreinen zoals handel, ondernemingen en industrie.
Þ Anreize: Dabei wird sorgfältig darauf geachtet, dass die Zusammenarbeit im Bereich der Rückkehr/Rückführung, Rückübernahme und Wiedereingliederung Bestandteil einer ausgewogenen und konsolidierten Politik der EU gegenüber einem Nicht-EU-Land ist, die auf gemeinsamen Interessen beruht, z. B. in Verbindung mit verbesserten Mobilitätsbestimmungen und anderen Politikbereichen wie Handel, Unternehmen und Industrie.

101. benadrukt dat een herziening van de bestaande regelgeving op het vlak van energie-efficiëntie, met inbegrip van de richtlijn energieprestatie van gebouwen en de richtlijn energie-efficiëntie, nodig is, naast een behoorlijke tenuitvoerlegging van deze wetgeving door de lidstaten, om de verwezenlijking van het reeds geldende nationale beleid, dat past binnen het klimaat- en energiekader 2020, te vergemakkelijken en aan te vullen; verzoekt de Commissie de in de bijlage bij de kaderstrategie voor een energie-unie vastgelegde EU-regelgeving inzake energie-efficiëntie te herzien;
101. betont, dass eine Überarbeitung der geltenden Rechtsvorschriften über Energieeffizienz, auch der Richtlinie über die Gesamtenergieeffizienz von Gebäuden und der Energieeffizienzrichtlinie, zusätzlich zu der ordnungsgemäßen Umsetzung der genannten Rechtsvorschriften durch die Mitgliedstaaten, notwendig ist, um das Erreichen einzelstaatlicher Ziele zu erleichtern und bereits bestehende einzelstaatliche Konzepte, die sich im Rechtsrahmen für die Klimaschutz- und Energiepolitik bis 2020 bewegen, zu ergänzen; fordert die Kommission auf, die Unionsrechtsvorschriften über Energieeffizienz zu überarbeiten, wie im Anhang zur Rahmenstrategie für die Energieunion vorgesehen;

Het programma heeft een dusdanige omvang aangenomen dat het niet binnen het sectoriële beleid past, en daarom is een duidelijke budgettair kader een nodig.
Das Programm hat eine Dimension angenommen, die über sektorbezogene Maßnahmen hinausgeht; daher ist ein klarer Haushaltsrahmen notwendig.

Deze herziening van het TEN-V-beleid past binnen de algemene Europa 2020-strategie[1], in het kader waarvan de Raad de Commissie heeft gevraagd voorstellen in te dienen "om de vervoersector te moderniseren en koolstofarm te maken om zo het concurrentievermogen te versterken".
Die Überprüfung der Politik für das TEN-V-Netz ist im größeren Zusammenhang der „Europa 2020“-Strategie[1] zu sehen, in deren Rahmen die Kommission Vorschläge „für ein modernisiertes und kohlenstoffärmeres Verkehrswesen, das zur Steigerung der Wettbewerbsfähigkeit beiträgt“, unterbreitet.

Verordening (EG) nr. 3/2008 van de Raad, die in één tekst Verordening (EG) nr. 2702/1999 en Verordening (EG) nr. 2826/2000 combineert, past binnen het nieuwe beleid van de Europese Commissie om de wetgeving te vereenvoudigen; tegelijkertijd kan de doelstelling van vereenvoudiging van de administratieve procedures binnen de Europese instellingen worden gerealiseerd.
Die Verordnung des Europäischen Rates Nr. 3/2008, in der in einem einheitlichen Text die Verordnungen 2702/1999 und 2826/2000 verbunden werden, hat den neuen politischen Ansatz der Europäischen Kommission der Vereinfachung näher gebracht, gleichzeitig aber auch das Ziel erreicht, die Verwaltungsverfahren in den europäischen Institutionen zu erleichtern.

Bovendien blijkt uit de parlementaire voorbereiding van de bestreden bepaling dat die maatregel in een algeheel beleid past van valorisatie van de personeelsleden die directiefuncties hebben uitgeoefend binnen de nieuwe politiestructuur, voordat bij artikel VII. III. 3 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 de bij mandaat toegewezen ambten werden bepaald, die grotendeels zijn overgenomen in artikel 66 van de wet van 26 april 2002.
Ausserdem geht aus den Vorarbeiten zu der angefochtenen Bestimmung hervor, dass diese Massnahme im Rahmen einer globalen Politik der Inwertsetzung der Personalmitglieder zu sehen ist, die leitende Funktionen innerhalb der neuen Polizeistruktur ausgeübt haben, bevor durch Artikel VII. III. 3 des königlichen Erlasses vom 30. März 2001 die durch Mandat zugeteilten Funktionen festgelegt wurden, die grossenteils in Artikel 66 des Gesetzes vom 26. April 2002 übernommen wurden.

wijst erop dat de Europese initiatieven op het gebied van cohesie- en structuurbeleid beter moeten worden gecoördineerd om de samenhang van het regionaal beleid niet in gevaar te brengen; dringt derhalve aan op meer coördinatie binnen de Commissie onder leiding van het Directoraat-generaal REGIO dat verantwoordelijk is voor het cohesie- en structuurbeleid, en met deelname van de directoraten-generaal die bevoegd zijn voor de daarmee samenhangende sectoriële initiatieven; dringt er, daar de rechten van regionale en lokale autoriteiten door het Verdrag van Lissabon zijn uitgebreid, op aan deze overheden nauwer te betrekken bij de formulering van het beleid op Commissieniveau, ten einde de verantwoordelijkheid op het niveau van de projectleiders te vergroten; dringt er echter op aan dat de Commissie de resultaten ter plaatse scherper controleert om de doelmatigheid van de structuren van het project en van de maatregelen beter te evalueren ten opzichte van de gestelde doelen;
betont, dass europäische Initiativen im Bereich der Kohäsions- und Strukturpolitik besser koordiniert werden müssen, um nicht die Kohärenz der Regionalpolitik zu gefährden; fordert deshalb eine verstärkte Koordination innerhalb der Kommission zwischen der für die Kohäsions- und Strukturpolitik zuständigen Generaldirektion REGIO und den für die einschlägigen sektoralen Initiativen zuständigen Generaldirektionen; fordert hinsichtlich der durch den Vertrag von Lissabon gestärkten Rechte der regionalen und lokalen Gebietskörperschaften deren verstärkte Einbeziehung in die Politikentwicklung auf Kommissionsebene, um die Projektverantwortlichkeit bei den Projektträgern zu erhöhen; fordert darüber hinaus jedoch auch mehr Ergebniskontrolle durch die Kommission vor Ort, um sowohl die Effizienz der Projektstrukturen als auch die Effektivität der Maßnahmen hinsichtlich ihrer angestrebten Ziele besser beurteilen zu können;

21. wijst erop dat de Europese initiatieven op het gebied van cohesie- en structuurbeleid beter moeten worden gecoördineerd om de samenhang van het regionaal beleid niet in gevaar te brengen; dringt derhalve aan op meer coördinatie binnen de Commissie onder leiding van het Directoraat-generaal REGIO dat verantwoordelijk is voor het cohesie- en structuurbeleid, en met deelname van de directoraten-generaal die bevoegd zijn voor de daarmee samenhangende sectoriële initiatieven; dringt er, daar de rechten van regionale en lokale autoriteiten door het Verdrag van Lissabon zijn uitgebreid, op aan deze overheden nauwer te betrekken bij de formulering van het beleid op Commissieniveau, ten einde de verantwoordelijkheid op het niveau van de projectleiders te vergroten; dringt er echter op aan dat de Commissie de resultaten ter plaatse scherper controleert om de doelmatigheid van de structuren van het project en van de maatregelen beter te evalueren ten opzichte van de gestelde doelen;
21. betont, dass europäische Initiativen im Bereich der Kohäsions- und Strukturpolitik besser koordiniert werden müssen, um nicht die Kohärenz der Regionalpolitik zu gefährden; fordert deshalb eine verstärkte Koordination innerhalb der Kommission zwischen der für die Kohäsions- und Strukturpolitik zuständigen Generaldirektion REGIO und den für die einschlägigen sektoralen Initiativen zuständigen Generaldirektionen; fordert hinsichtlich der durch den Vertrag von Lissabon gestärkten Rechte der regionalen und lokalen Gebietskörperschaften deren verstärkte Einbeziehung in die Politikentwicklung auf Kommissionsebene, um die Projektverantwortlichkeit bei den Projektträgern zu erhöhen; fordert darüber hinaus jedoch auch mehr Ergebniskontrolle durch die Kommission vor Ort, um sowohl die Effizienz der Projektstrukturen als auch die Effektivität der Maßnahmen hinsichtlich ihrer angestrebten Ziele besser beurteilen zu können;