In overweging 45 van de voorlopige verordening werd vermeld dat de binnenlandse verkoop niet geacht werd te hebben plaatsgevonden in het kader van normale handelstransacties, zodat de normale waarde moest worden berekend door toevoeging van een redelijk bedrag voor winst ter hoogte van 15 % overeenkomstig artikel 2, lid 6, onder c), van de basisverordening.
Wie in Erwägungsgrund 45 der vorläufigen Verordnung ausgeführt, waren die Inlandsverkäufe nicht als Verkäufe im normalen Handelsverkehr anzusehen, weshalb der Normalwert nach Artikel 2 Absatz 6 Buchstabe c der Grundverordnung vorläufig rechnerisch ermittelt werden musste, wobei eine angemessene Gewinnspanne von 15 % aufgeschlagen wurde.