7. ERKENT dat de reële en potentiële bedreigingen voor de biodiversiteit, met name versnippering van leefgebieden, agressieve exoten, GGO's en chemische stoffen, degelijk moeten worden beoordeeld en dat het voorzorgsbeginsel samen met passende risicobeoordelingsprocedures moeten worden gehanteerd om de nadelige gevolgen van deze bedreigingen voor de biologische diversiteit te voorkomen of tot een minimum te beperken;
ERKENNT AN, dass die realen und potenziellen Bedrohungen der biologischen Vielfalt - insbesondere durch Aufsplitterung der Lebensräume, nicht heimische eingewanderte Arten, genetisch veränderte Organismen und Chemikalien - in adäquater Weise bewertet werden müssen; ferner muss das Vorsorgeprinzip einschließlich entsprechender Verfahren der Risikobewertung zur Anwendung gebracht werden, um die negativen Auswirkungen auf die biologische Vielfalt zu verhindern bzw. zu verringern;