Het in het geding zijnde artikel 320, 4°, roept, zowel onder de kinderen als onder diegenen die beweren de biologische vader ervan te zijn, een verschil in behandeling in het leven ten aanzien van de mogelijkheid om ` het biologische vaderschap in de plaats te stellen van het wettelijke vaderschap ΄ naargelang de echtscheiding van de vermoedelijke verwekkers van het kind verkregen is op basis van artikel 229, 231 of 232 van het Burgerlijk Wetboek ofwel of het gaat om een echtscheiding door onderlinge toestemming uitgesproken op basis van artikel 233 van dat Wetboek ».
Der beanstandete Artikel 320 Nr. 4 führt sowohl zwischen den Kindern als auch zwischen denjenigen, die behaupten, der biologische Vater zu sein, zu einem Behandlungsunterschied hinsichtlich der Möglichkeit, ' die biologische Vaterschaft an die Stelle der gesetzlichen Vaterschaft zu setzen ', je nachdem, ob der mutmassliche Vater aufgrund des Artikels 229, 231 oder 232 des Zivilgesetzbuches geschieden wurde oder ob es sich um eine aufgrund von Artikel 233 ausgesprochene Ehescheidung im gegenseitigen Einverständnis handelt ».