Art. 26. Als het digestaat niet dient om op of in de grond te worden gebruikt, dan worden in de biomethanisering en de nabehandeling alleen de in de vergunning van de biomethaniseringsinstallatie vermelde biomaterie en materies toegelaten die voldoen aan de voorschriften van de paragrafen 1, 4 en 9 van artikel 27 van dit besluit.
Art. 26 - Wenn die Gärrückstände nicht zur Verwendung auf oder in den Böden bestimmt sind, werden allein die in der Genehmigung bezüglich der Biogasgewinnungsanlage angeführten Biostoffe und Stoffe bei der Biogasgewinnung und Nachbehandlung zugelassen, die die Vorschriften der Paragraphen 1, 4 und 9 des Artikels 27 des vorliegenden Erlasses einhalten.